52 boeken   |   12 september 2014   |

Uit de oude doos: Als de gekte de kop opsteekt

Deze recensie schreef ik in 2011 voor Athenaeum.

Jack Luxton zit op bed. Er ligt een geweer achter hem. Een geweer met een beladen geschiedenis, die zich langzaam ontrolt in de nieuwste roman van Graham Swift: Was je maar hier (Wish You Were Here, vertaald door Paul van der Lecq). Jack is van plan het geweer te gebruiken. Hij kan niet anders. Toch? Zijn huwelijk met Ellie staat op springen en zijn broer Tom is dood. En Ellie en Tom zijn de enige mensen in zijn leven die iets voor hem betekenen. Dat wil zeggen, sinds zijn moeder dood is.

Ruzie

Was je maar hier begint met deze scène met Jack op bed, wachtend op de terugkeer van zijn vrouw:
‘Hij heeft het jachtgeweer al beneden uit de kast gehaald – de sleutels steken in het slot – en mee naar boven genomen. Het ligt achter hem op bed, geladen, op het witte dekbed. Om niets aan het toeval over te laten, heeft hij een doos gepakt met vijfentwintig patronen (waarvan sommige al in zijn broekzak zitten), voor het geval er politieauto’s komen, voor het geval er iets misgaat. Jack bedenkt dat hij nooit eerder een wapen op een bed heeft gelegd, laat staan op hun bed, en alleen dat moet al iets te betekenen hebben. Terwijl hij door het raam tuurt, voelt hij het gewicht van het vuurwapen achter hem, dat een kuil vormt in het dekbed alsof er een klein iemand ligt te slapen. Nou goed, hoe het ook zij, aan kinderen zijn ze nooit begonnen. Dus die complicatie is er in elk geval niet.’

Tussen alle flashbacks door, keert Swift regelmatig terug naar deze slaapkamer in Lookout Cottage. Zo ook op de laatste pagina’s, waar je naartoe wilt razen om te weten wat Jack uiteindelijk zal doen.

Ellie en hij hebben een enorme ruzie gehad. Het ging allemaal mis tussen hen, toen het nieuws kwam dat Tom was overleden. Omgekomen in Irak. Jack en Tom hadden al jaren geen contact meer gehad, niet sinds Tom op zijn achttiende verjaardag wegliep van huis om zich aan te sluiten bij het leger. Maar in Ellie’s ogen was Tom altijd aanwezig, een potentiële dreiging. Zou hij terugkomen? Invalide misschien? Zou Jack dan voor hem willen zorgen? Of zou Tom boos zijn omdat ze – zonder zijn medeweten – de boerderij hadden verkocht? Maar dat bedrijf was op sterven na dood. De enige mazzel die Ellie en Jack in hun leven ooit hadden gehad, was de erfenis van het caravanpark op Isle of Wight, met bovenaan het park hun eigen Lookout Cottage. En dat ze de boerderij hadden kunnen verkopen aan rijke mensen uit de stad, die daar geen koeien wilden houden, maar die op zoek waren naar de luxe van een tweede huis op het platteland. Tom was zelf weggegaan. Tom bleef zelf stil. Hij had toch nergens meer recht op?

Eindelijk hadden zij en Jack een prettig leven. Ze gingen zelfs elk jaar op vakantie naar de Caraïben. Hoewel dat voor Jack niet zo nodig hoefde. ‘Ellie vond dat ze het moesten doen, ze konden het zich veroorloven en dus moesten ze het maar doen, waarom zouden zíj niet op vakantie mogen? Het had even geduurd, maar ten slotte had hij zich laten overhalen.’

Spoken

Maar nu Tom dood is, ligt het anders. Nu kunnen ze toch niet op vakantie gaan. ‘Dat lag voor de hand. Of tenminste, die conclusie had hem onvermijdelijk geleken. Maar bij Ellie lag dat kennelijk anders. En zo was dit allemaal begonnen.’ Want Ellie, die zo bang voor het spook van Tom is, ziet het leven waar ze van gedroomd heeft in rook opgaan. Het eerste dat Jack namelijk zegt als hij de brief leest waarin Toms dood wordt aangekondigd, is dat de vakantie dan niet door kan gaan. En Ellie vreest dat Tom, door zijn dood, een nog veel grotere rol in hun leven zal gaan spelen en die gedachte kan ze niet verdragen. Dus laat ze Jack alleen naar de repatriëringsceremonie gaan en alleen naar de begrafenis. Ze laat Jack alleen in zijn fysieke confrontatie met de spoken uit het verleden.

Een groot deel van het verhaal beschrijft de lange tocht die Jack aflegt om zijn broer te begraven. Er wordt steeds meer van de geschiedenis duidelijk. En je leert het vernietigende effect dat de gekkenkoeienziekte had op het plattelandsleven in Engeland. Die gekte sloeg weliswaar niet fysiek over op mensen, maar genoeg boeren werden er door tot wanhoop gedreven. Zo ook de boerenfamilie Luxton. Voor Jacks vader en broer is er geen uitweg, maar Jack verbindt zijn leven aan dat van zijn buurmeisje Ellie. En daarom wordt hij dus, samen met Ellie, die dan inmiddels zijn vrouw is, beheerder van een caravanpark. Dat had een ontsnapping kunnen zijn uit het uitzichtloze, beperkende leven op de boerderij. Jarenlang lijkt dat ook zo te zijn. Maar uiteindelijk leert Jack dat je niet kunt weglopen voor je verleden en dat je de spoken maar beter recht in de ogen kunt kijken.

Swift heeft een prachtige roman geschreven, vol ingehouden dramatiek, over eenvoudige mensen met problemen die ze maar nauwelijks het hoofd weten te bieden. De titel verwijst naar de woorden die Jack als klein jochie vanaf zijn vakantieadres schrijft aan zijn buurmeisje Ellie, omdat hij niets beters wist te schrijven en dus maar schreef wat zijn moeder hem influisterde. En hoewel die situatie een mooi beeld schetst van de relatie die Jack en Ellie later krijgen, zou een andere titel de lading vermoedelijk beter hebben gedekt. Iets met gekkenkoeienziekte of de dood. Misschien ‘Als de gekte de kop opsteekt.’
Want dan kun je zomaar ineens op je eigen bed zitten met een geladen geweer achter je.

 



Geen reacties | Reageer op dit bericht

 

| Nieuwere berichten » »