| Fotograferen, Schrijven | 30 september 2015 |
Los van alles wat ik geleerd heb het afgelopen jaar op de Fotoacademie, vond ik de opdrachten waarbij ik dingen moest doen die ik anders niet zou doen en de bijzondere ontmoetingen die daar vaak bij gepaard gingen misschien wel het meest waardevol. Zo leerde ik Linda kennen. Kijk eens wat een mooie, trotse vrouw. Geloof jij dat ze al vijftig is? Ik nauwelijks.
Evenmin kon ik mij voorstellen dat deze goedverzorgde dame al vijf jaar dakloos is. Ze nam me mee en liet me haar slaapplaatsen zien. Ze gaf me een inkijkje in haar leven. Ik leerde meer van haar dan ik op welke school dan ook zou kunnen leren.
Lees het artikel [PDF] dat ik erover schreef. Uiteraard met een aantal foto’s die ik van haar mocht maken.
| Fotograferen | 29 april 2015 |
Terug naar het analoge tijdperk. Een doos fotograferen met een technische camera. Je kent vast die plaatjes wel van mannen met lange baarden, die achter een grote camera onder een zwarte doek verdwenen alvorens ze een foto maakten, door op een knopje aan een draadje te drukken. Ja, zo’n soort camera dus. Ze hebben ze echt nog op de Fotoacademie en we moeten er diverse opdrachten mee maken. Ik was verrast over mijn eigen enthousiasme, terwijl ik met het apparaat in de weer was (na de negatieven in een pikdonkere ruimte in de daarvoor bestemde cassette te hebben gedaan). Ik geloof wel dat ik hier wat van leer. Door terug te gaan naar de basis leer je de camera beter begrijpen.
Toch heb ik vooral het gevoel dat het me te veel tijd kost. Dat ik me liever op aspecten van de fotografie richt waar ik in de dagelijkse praktijk van mijn bedrijf wat aan heb. Ik was dus heel blij met de praktijkles ‘portret naar voorbeeld’, waar ik onderstaand portret maakte.
Wat ik daar leerde, kon ik meteen in de praktijk brengen tijdens mijn fotoshoot met Nina, de stoere vrouw die ik een paar weken eerder al had mogen interviewen. Neem vooral even de tijd voor haar indrukwekkende verhaal en laat je me – hieronder of per mail – weten wat je ervan vindt?
| Fotograferen | 14 maart 2015 |
Er wordt wat af geklaagd en gesteund bij opdrachten als ‘de bloempot’ en ‘de appel’. Niet zo gek ook: je bent uren bezig met het licht zó opstellen dat je goed verloop op de achtergrond én op de appel zelf krijgt en toch wordt de opdracht vaak meerdere keren afgekeurd. Zo moest ik mijn bloempot drie keer over doen! Maar ik hoefde mijn appel maar een keer te fotograferen. Waarschijnlijk omdat ik goed had opgelet hoe mijn medestudenten het hadden gedaan. En omdat ik een leuke mentor uitkoos voor de beoordeling. Hij besloot een vinkje te zetten, hoewel het verloop op de appel eigenlijk niet helemáál goed is. Ik weet niet hoe blij ik was geweest als ik nog een keer de hele woonkamer om had moeten bouwen of weer een middag naar Amsterdam had gemoeten. Maar stiekem vond ik die appel fotograferen echt leuk! Prachtig om het effect te zien van een piepschuim plaat, die je boven de appel houdt om het licht goed te leiden. En duidelijk te ervaren wat er gebeurt als je die nét iets anders vasthoudt. Dat heeft iets meditatiefs.
Dat gold minder voor mijn uitvoering van de opdracht ‘voet’. Ik besloot namelijk te gaan dansen in het water! Ik sleepte een plastic bak mee naar de vijver achter ons huis. Terwijl ik daarop balanceerde in het water – met mijn camera op de zelfontspannerstand – probeerde ik de nieuwsgierige blikken van de vissers iets verderop te negeren. Ze zaten vast te wachten tot ik om zou vallen. Dat scheelde met momenten maar heel weinig. Ook omdat ik steeds minder gevoel in mijn voeten kreeg. Dat alles schreeuwde om een antwoord op de vraag: ‘Was dit echt het beste dat je kon bedenken voor deze opdracht?’ Maar het antwoord bleef ‘ja’. Zeker toen ik het resultaat bekeek achter mijn computer, ondertussen mijn voeten droog wrijvend, zodat het gevoel langzaam terugkeerde.
En toen moest ik nog kiezen. Zou ik de serie inleveren die ik in mijn hoofd had of werd het de losse foto, die ik eigenlijk het allermooiste vind. Misschien wel juist omdat je aandacht daar uitgaat naar de voet die je niet ziet! Welke spreekt jou het meeste aan? Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat.
| Fotograferen | 28 januari 2015 |
Soms krijg je een cadeautje in je schoot geworpen. De laatste tijd krijg ik veel van dit soort cadeautjes en daar ben ik dankbaar voor. Afgelopen vrijdag, drie dagen voor mijn tussenbeoordeling op de Fotoacademie, was het prachtig weer. Het had gevroren en het park achter ons huis veranderde in een soort schilderij. Ik besloot er een vrij werk opdracht van te maken met de titel ‘Metamorfose’ en dat bleek een goed idee. De commissie was over deze foto’s misschien wel het meest positief. Ben benieuwd wat jij ervan vindt. Ze doen het overigens beter groot aan de muur dan op dit formaat, zoals je je wellicht voor kunt stellen. Interesse? Neem contact met me op en ik doe je een mooi aanbod.
Toch blijft het vooral geweldig mensen te fotograferen. Van de gemeente Den Haag kreeg ik de mooie opdracht de voortgang van het Junoblok vast te leggen.
| 52 boeken, Fotograferen | 03 januari 2015 |
Nummer 52 van 2014 (ja, het is me weer gelukt!) was het boek ‘Dat kan mijn kleine zusje ook – Waarom moderne kunst kunst is‘, geschreven door de uiterst creatieve Will Gompertz. Een aanrader voor iedereen die wel eens voor een kunstwerk heeft gestaan en zich afvroeg waarom dát nou kunst was. Gompertz laat zien wat de gedachte achter bekende kunstwerken was en waarom het zeer onwaarschijnlijk is dat je kleine zusje die ook had kunnen maken. Hij vertelt verhalen over kunstenaars alsof hij zelf met ze in het café gezeten heeft, waardoor het boek leest als een trein. En dankzij zijn uiteenzettingen ga je met hernieuwde interesse nadenken over wat kunst nu eigenlijk is.
Juist nu ik bezig ben met de Fotoacademie interesseert dit onderwerp mij meer dan ooit. Het gaat daar niet enkel maar om het maken van een goed, interessant beeld. Het gaat ook om het concept dat je bedacht. Maar Gompertz zegt volgens mij terecht: ‘Kunstenaars communiceren in een beeldtaal, waarschijnlijk omdat ze het moeilijk vinden hun gedachten met het gesproken woord te ordenen.’ Dus wat doe je als iemand niet goed is zo’n concept onder woorden te brengen? Of misschien niet eens wil brengen? Zo is van Miró bekend dat hij gewoon maar wat begon te tekenen. Symbolen uit zijn onderbewuste, die hij zelf niet wílde verklaren, maar waar anderen hele analyses op los hebben gelaten.
In veel gevallen worden kunstwerken interessanter, misschien zelfs mooier door de uitleg van Gompertz. Toch overtuigt hij me niet altijd. Zo vertelt hij het verhaal over de doorbraak van Jackson Pollock. Peggy Guggenheim had veel geld én invloed in de kunstwereld. Toen ze voor het eerst een schilderij van Pollock zag, meende ze dat het hopeloos was. Maar toen Mondriaan haar zei dat het juist heel bijzonder was, draaide ze als een blad aan de boom om en fluisterde daarna iedereen in hoe bijzonder het schilderij van Pollock was. Gombertz is van mening dat het maar goed is dat Mondriaan haar dat inzicht gaf, maar je zou net zo goed kunnen stellen dat Pollock beroemd geworden is omdat Peggy Guggenheim een hype creëerde. Wat de reden ook is: Pollock kon zijn emoties kwijt in zijn schilderijen en raakte vervolgens velen met zijn werk. Al zullen veel mensen bij het zien van schilderijen toch stiekem denken: “Dat kan mijn kleine zusje toch ook.”
Graag spreek ik ook nog even mijn bewondering uit voor het lef van de vertaler, die deze geniale titel verzon. De oorspronkelijke titel nodigt namelijk aanmerkelijk minder uit tot lezen (‘Wat Are You Looking At? 150 Years of Modern Art in the Blink of an Eye’), terwijl het boek zo enorm de moeite van lezen waard is.
« « Oudere berichten |